Definitie Access
toegang, toegang verkrijgen, gegevens uitlezen of wegschrijven
1. Toegang, bijvoorbeeld tot een netwerk, computer of bestand (File) via een protocol en mogelijk een toegangscode (access code), bijvoorbeeld: access network, basic access, data access, mobile access, univeral access, wireless access; 2. Toegang verkrijgen: als werkwoord 3. gegevns van disk, uitlezen of wegschrijven zoals in: access time, random access, remote access, direct access, sequential access, write-access, Access met een hoofdletter: relationele database van Microsoft
Bron: ICT woordenboek Computable
|